Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
grietenij - (schoutambacht in Friesland aan het hoofd waarvan een grietman stond)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamgrietenij zn. ‘schoutambacht in Friesland aan het hoofd waarvan een grietman stond’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpengrietenij [vroegere bestuurlijke eenheid in Friesland] {1525} van oudfries greta [aanklagen, dagvaarden] → groeten. grietman [hoofd van een grietenij] {1299-1356} < fries grytman, van oudfries greta [in rechte aanspreken] → groeten. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidengrietenij znw. v. friese term voor ‘onderdeel van een gouw, schoutambacht’; voor het grondwoord griet zie: groeten. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haaggrietenij, grietman. Friesche woorden. Zie groeten. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentgrietenij, grietman v. resp. m., uit het Fri., waar ze gevormd zijn van gréta = aanspreken in rechte (z. groeten); cf. Hgd. greuthungen. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekgrietenij (Fries gritenij)
grietman (Fries grytman)
Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |