Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
extravagant - (buitensporig)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamextravagant bn. ‘buitensporig’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenextravagant [buitensporig] {1650} < frans extravagant < middeleeuws latijn extravagantem, 4e nv. van extravagans, teg. deelw. van extravagari [buiten de perken zwerven], van extra [buiten] + vagari [rondzwerven, afdwalen], van vagus [zwervend] (vgl. vaag3). Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamextravagant buitensporig 1650 [MEY] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |