Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
exhaustief - (uitputtend)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenexhaustief [uitputtend] {na 1950} < engels exhaustive [idem], gevormd van latijn exhaurire (verl. deelw. exhaustum) [uitscheppen, leeg drinken, verzwakken], van ex [uit, geheel en al] + haurire [putten]. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekexhaustief (Engels exhaustive)
L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandsexhaustief (uit: ‘exhaustive’[ekzo:stiv]) uitputtend, volledig. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |