Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
dysenterie - (besmettelijke darmontsteking)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpendysenterie [besmettelijke darmontsteking] {1624} < frans dysenterie < latijn dysenteria [ingewandsziekte] < grieks dusenteria [buikloop, buikpijn], van dus- [slecht] + enteron [ingewand], van entos [binnen(in)], van en [in]. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsduisendtree: volkset. v. disenterie, Eng. dysentery. Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekdysenterie (Frans dysenterie)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015dysenterie ‘besmettelijke darmontsteking’ -> Jakartaans-Maleis disentri ‘besmettelijke darmontsteking’; Javaans dhésentré ‘besmettelijke darmontsteking’; Menadonees disèntri ‘besmettelijke darmontsteking’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamdysenterie besmettelijke darmontsteking 1624 [WNT verduffen] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |