Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
dras - (vochtig, modderig)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamdrassig bn. ‘vochtig, modderig’ EWN: drassig bn. 'vochtig, modderig' (1770) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpendras*, drassig [doorweekt (van grond)] {1664, drassig 1771} een jong woord, uitsluitend nl., dat in dialecten in ettelijke vorm- en betekenisvarianten voorkomt, verwant met draf1, drab, drijten. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidendras bnw., eerst na Kiliaen bekend; in de dialecten verschillende betekenissen: goerees, veluws dras ‘moerassig’, limb. Antw. ‘koffiedik’, nederbetuws drats ‘koffiedik’, Aalst dras ‘droesem’, Antwerpen drats, dras ‘moederspat’, drats, drets, drits ‘regenvlaag’, fries dribs dribze, dridze ‘drab, draf, dras’, Vlaams drets, drits ‘drek, modder’. Klaarblijkelijk een sterk affectief woord; het schijnt niet nodig de vormen met ts anders dan als het resultaat van een affectieve versterking op te vatten; misschien met vormen als drets, drits, die FW 131 met dreet wil verbinden. Er bestaat een hele groep van dergelijke woorden, zoals draf, droesem, waaraan nog toe te voegen on. dregg ‘droesem’. Daar het woord dras uitsluitend nl. is en klaarblijkelijk een jonge formatie, zal het ontstaan zijn in aansluiting aan draf, al zou men ablaut met de stam van droesem voor mogelijk kunnen achten. — Naar aanleiding van ozwe. þrask ‘moeras’ wil W. de Vries Ts. 34, 1915-6, 6-7 uitgaan van een grondvorm *drasch. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagdras znw. en bnw., in het beschaafde Ndl. komt drassig bnw. meer voor. Nog niet bij Kil. De dial. vormen wijzen er op, dat dras zoowel wat bet. als vorm aangaat onder den invloed van verschillende andere woorden heeft gestaan: Goer. dras bnw., veluwsch evenzoo, limb. Antw. dras “koffiedik” (Antw. ook draf, droes “id.”), Neder-Betuwsch drats “id.”, Aalstsch dras “droesem”, Antw. drats, dres “modderspat”, drats, dre(t)s, drits “regenvlaag”, fri. dribs, dribze, dridze “drab, draf, dras”, vla. drets, drits “drek, modder”. Dit laatste hoort zeker bij dreet. In hoeverre de andere geciteerde vormen hiermee samenhangen, is onzeker. In sommige diall. is dras met draf in associatie getreden (of is ’t soms er van gevormd?). Formeel zou verwantschap van dras met drek mogelijk zijn *þraχsa-, -ô-), maar wegens ’t late voorkomen is het eer een jong woord. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagdras. Bij de dial. woorden kan nog gevoegd worden achterh. drös ‘drassige grond’, wsch. met ö < e (vgl. gras). J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentdras v., + Ags. dros (Eng. dross), van denz. stam als droes; geen verband met Fr. drèche, Ofra. drache. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtdras (zn.) koffiedik; Nuinederlands drasch <1664> < Rienlands Dratz. F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen, Zwolledras, zn.: moeras, slijkspat; koffiedik, koffiegruis, droesem. De tweede bet. is afgeleid van Ndl. dras ‘modder’, bn. dras, drassig ‘modderig’. Vgl. Oudzw. thrask ‘moeras’. Verwant met draf, drab, drijten? F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwolledras 1, drats, zn.: moeras, slijkspat; koffiedik, koffiegruis. De tweede bet. is afgeleid van Ndl. dras ‘modder’, bn. dras, drassig ‘modderig’. Vgl. Oudzw. thrask ‘moeras’. A.A. Weijnen (2003), Etymologisch dialectwoordenboek, Den Haagdras slijkspat, moeras, koffiedik, droesem (Antwerpen, Gelderland, Limburg, Goeree). Vgl. ozw. thrask ‘moeras’. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |