Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
dommekracht - (werktuig om zware voorwerpen op te tillen; stevig gebouwde sul)Etymologische (standaard)werken
Michiel de Vaan (2014-2018), Addenda EWN, gepubliceerd op www.neerlandistiek.nl"dom zn. m. ‘naaf’ M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamdommekracht zn. ‘werktuig om zware voorwerpen op te tillen; stevig gebouwde sul’ EWN: dommekracht zn. 'werktuig om zware voorwerpen op te tillen; stevig gebouwde sul' (1652-62) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpendommekracht* [werktuig] {1660} van dom2 [spil] + kracht. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidendommekracht znw. v., eerst vroeg-nnl., daarnaast ook duimkracht, vgl. Kampens doemkracht, vgl. oostfri. dŭmkracht, dūmkraft, nhd. daumkraft. Het 1ste lid is dus duim, waarnaast in de germ. talen ook vormen met korte vocaal *dŭma voorkomen; misschien is dat hier ook het geval. Overigens is de verkorting van duim (of ouder dūm) > dom te vergelijken met die van bloem > blom. In het russ. overgenomen als dumkrát, waarnaast ook vormen als damkrát en pankrát (R. v. d. Meulen Ts. 29, 1910, 248). N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagdommekracht znw., dial. ook duimkracht (Kamp. doemkracht), nog niet bij Kil. Samenst. uit dom + kracht. Dit dom is een bijvorm van duim, die door Kil. Sicambrisch genoemd wordt. Dial. komen dom en duim ook = “naaf van een wiel, spil, pin die in iets draait” voor, evenzoo op du. gebied. Dom is uit den langvocalischen vorm door verkorting ontstaan (vgl. blom naast bloem) of staat er mee in ablaut (vgl. de bij duim geciteerde vormen). Waar de samenst. dommekracht het oudst is, in het Ndl., Ndd. (oostfri. dū̆mkracht, dûmkraft) of Hd. (daumkraft v.) is moeilijk uit te maken. Uit het Ndd. leidt men de. dunkraft, donkraft, zw. domkraft af. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagdommekracht. Het vermoeden van Kloeke Exp. 119 vlgg., dat dom een relict met holl. oe < germ. û is, blijft zeer onzeker, zolang niet vaststaat 1° dat het woord vanouds in Holland inheems was, 2° dat het niet behoort tot de bij duim vermelde vormen met vanouds korte vocaal. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentdommekracht v., + Hgd. daumkraft, met dial. dom 1 = duim; vergel. Fr. cric tom-pouce; het Wvl. zegt Duitsche winde. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschdomkrag s.nw. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsdomkrag: bep. hefboomwerktuig; Ndl. dommekracht waarin dom ’n ou wv. v. doem/duim is, naam n.a.v. krag ontw. deur die druk van ’n duim op ’n hefboom. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015dommekracht ‘werktuig om zware lasten mee te tillen’ -> Fries dommekracht ‘werktuig; dom log persoon’; Deens donkraft ‘werktuig’ (uit Nederlands of Nederduits); Noors donkraft ‘werktuig om zware lasten mee te tillen’ (uit Nederlands of Nederduits); Zweeds domkraft ‘mechanisch toestel om zware lasten mee te tillen’ (uit Nederlands of Nederduits); Fins tunkki ‘werktuig om zware lasten mee te tillen’ N. van der Sijs (2006), Klein uitleenwoordenboek, Den Haagdommekracht. Een dommekracht is een werktuig om zware voorwerpen mee op te tillen. Het woord is voor het eerst in 1660 in het Nederlands genoteerd. De meeste mensen zullen denken dat de naam verwijst naar het feit dat het gaat om een werktuig dat men hanteert met domme kracht, dus zonder zijn verstand te gebruiken - vergelijk bijvoorbeeld de Engelse benaming mindless hulk en de Duitse naam hirnloses Muskelpaket. Uit de gewestelijke vormen duimkracht, doemkracht blijkt echter dat de herkomst anders is: het woord is samengesteld uit dom, een bijvorm van doem, duim 'duim, spil', en kracht, en betekent dus eigenlijk 'duimkracht'. Het toestel bestaat uit een getande en van grepen ('duimen') voorziene verticale ijzeren stang, die door raderwerk omhooggebracht kan worden. Een dommekracht is een van de Nederlandse technische vernieuwingen die door anderen is overgenomen, samen met de naam ervoor. In de tijd van Peter de Grote, toen veel Nederlandse scheepslieden in Sint-Petersburg werkten (zie ook de ingang brandspuit), is het woord dommekracht door het Russisch overgenomen als domkrat. De oudste vermelding was in 1697 in de vorm dumachkrat. Ook in het Indonesisch en het Sranantongo is het woord overgenomen uit het Nederlands: in het Indonesisch heeft het de vorm dongkrak gekregen (zie de filmaankondiging op illustratie 4), en in het Sranantongo spreekt men van een donkraki. In het Gimán, dat op de Molukken wordt gesproken (zie belet) is het Indonesische woord dongkrak overgenomen; de antropoloog Teljeur, die als onderzoeker in dit gebied werkzaam is geweest, merkt hierover op: Het instrument zelf is onbekend bij de Gimán, men bedoelt een werktuig met soortgelijke functie, bijvoorbeeld een paal. Het aparte is dat in het Gimán het zelfstandige naamwoord dongkrak is opgevat als een als zelfstandig naamwoord gebruikte verbogen werkwoordsvorm, bestaande uit stam + metathese + achtervoegsel -k, waardoor als onverbogen vorm als vanzelf het werkwoord dongkar kon worden geconstrueerd, met de betekenis 'zware dingen van hun onderzijde opheffen met een werktuig'. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamdommekracht* werktuig 1660 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |