![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
degel - (ketel)Etymologische (standaard)werken
J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentdegel 1 m. (ketel), + Ohd. tegal (Mhd. tegel, Nhd. tiegel), On. digull (Zw. degel, De. digel) = smeltkroes, van denzelfden wortel als deeg 1. Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekdegel (Limburgs) ‘kookpan met lange steel’ (Latijn tegula)
Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |