Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
cureren - (genezen)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamcureren ww. ‘genezen’ EWN: cureren ww. 'genezen' (1339) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpencureren [genezen] {1285} < frans curer < latijn curare [voor iets zorgen, geneeskundig behandelen] (vgl. curator). Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen, Zwollekereren, ww.: genezen. Met verdofte klinker uit cureren ‘genezen’ uit Fr. curer ‘schoonmaken’ < Lat. curare ‘zorgen’. Vl. It. curare ‘zorgen’, Oprov., Sp. curar ‘genezen’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamcureren genezen 1285 [CG Rijmb.] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |