Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
credit - (wat verschuldigd is, wat is toevertrouwd)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamcredit zn. ‘wat verschuldigd is, wat is toevertrouwd’ EWN: ♦ creditcard zn. 'betaalkaart, kaart waarmee op krediet gekocht kan worden' (1977) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpencredit [tegoed, schuldig] {1543} < italiaans credito < latijn credit [hij, zij vertrouwt toe, leent, geeft krediet], van credere [toevertrouwen etc.]. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidencredit nnl. zelfst. nmw. van lat. credit ‘hij vertrouwt (geld) toe, heeft te goed’. — Zie ook: krediet. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haag† credit znw. o., nnl. (Met Kil. credit ‘fides, auctoritas, gratia: creditum, pecunia credita, aes alienum, debitum’ zal wel krediet bedoeld zijn). Substantivering van lat. crêdit ‘hij vertrouwt (geld) toe, heeft te goed’. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekcredit ‘tegoed’ (Latijn credit); ‘psychologisch tegoed’ (Engels credit)
L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandscredit [kredit] erkenning, eer. Dateringen of neologismen
F. Bakker, E. van Ruijsendaal, P. Uljé, D. van Zijderveld, Vindpunt.nl – elektronisch doorzoekbare Woordenlijst Overbodig Engels met Nederlandse tegenhangers, uitgebreide en verbeterde voortzetting van de boekuitgaven Funshoppen in het Nederlands (2009) en Op-en-Top Nederlands (2015)credit zn. Ontleend aan het Engels. N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamcredit tegoed, schuldig 1543 [De Bruijn Tw. 10] <Italiaans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |