Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
canasta - (kaartspel)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpencanasta [kaartspel] {na 1950} < spaans canasta [oorspr. een bepaald type tenen mand met twee handvatten] < latijn canistellum [broodmandje], verkleiningsvorm van canistrum [mand] < grieks kanastron [idem]. Het gaat bij canasta om het verzamelen van kaarten van gelijke waarde. Het mandje (vol) is daarbij overdrachtelijk gebruikt voor het totaal. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2007), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Supplement, Stellenboschcanasta s.nw. Ook kanasta. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekcanasta (Spaans canasta)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamcanasta kaartspel 1951 [WP, dl. 11, 661] <Spaans Winkler Prins Boek van het jaar (1958-1980), Amsterdam / Brussel (lemma ‘Nieuwe woorden in onze taal’)Canasta (1958) populair kaartspel, afkomstig uit Zuid-Amerika, voor 2 tot 6 personen. Combinatie van bridge, poker en rummy.
Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |