Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
bulkcarrier - (vrachtschip voor los gestorte lading)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenbulkcarrier [vrachtschip voor los gestorte lading] {na 1950} < engels bulkcarrier, van bulk [lading van een schip] < oudnoors búlki [lading] + carrier [drager], van to carry [dragen], teruggaand op latijn carrus [wagen] (vgl. kar). Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekbulkcarrier (Engels bulk carrier)
L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandsbulk carrier ['bulk keriejuh] {massadrager} schip speciaal ingericht voor het vervoer van stortgoed. Dateringen of neologismen
F. Bakker, E. van Ruijsendaal, P. Uljé, D. van Zijderveld, Vindpunt.nl – elektronisch doorzoekbare Woordenlijst Overbodig Engels met Nederlandse tegenhangers, uitgebreide en verbeterde voortzetting van de boekuitgaven Funshoppen in het Nederlands (2009) en Op-en-Top Nederlands (2015)bulkcarrier zn. Ontleend aan het Engels. N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdambulkcarrier vrachtschip voor los gestorte lading 1968 [KWT] <Engels Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |