Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
beweeglijk - (mobiel; actief)Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015beweeglijk ‘mobiel; actief’ -> Deens bevægelig ‘mobiel; gevoelig’ (uit Nederlands of Nederduits); Noors bevegelig ‘mobiel; variabel; gevoelig’ (uit Nederlands of Nederduits). |