Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
bas - (stuiver, dubbeltje)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenbas2 [barg.: stuiver, dubbeltje] {1860} < jiddisch beis [twee], en daardoor twee stuiver = een dubbeltje, twee vierduitstukken = vijf cent, in een bas knaken [twee rijksdaalders = vijf gulden] (vgl. beissie). Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdambas Bargoens: stuiver, dubbeltje 1860 [Endt] <Jiddisch Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |