![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
arriveren - (aankomen)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamarriveren ww. ‘aankomen’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenarriveren [aankomen] {arruueren [aan land komen, landen] 1201-1250} < frans arriver < middeleeuws latijn adripare, adrivare [landen], van latijn ad [naar … toe] + ripa [oever, kust, strand] (vgl. rivier). Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtarrivere (ww.) aankomen; Vreugmiddelnederlands arriueren <1240> < Frans arriver. Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekarriveren (Frans arriver)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamarriveren aankomen 1240 [Bern.] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |