Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
amputatie - (het afzetten van een lichaamsdeel)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamamputatie zn. ‘het afzetten van een lichaamsdeel’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenamputatie [afzetting van lichaamsdeel] {1553} < frans amputation < latijn amputationem, 4e nv. van amputatio [het snoeien], van amputare (verl. deelw. amputatum) [afsnijden, snoeien] (vgl. amputeren). Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015amputatie ‘afzetting van lichaamsdeel’ -> Indonesisch amputasi ‘afzetting van lichaamsdeel’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamamputatie afzetting van lichaamsdeel 1553 [WNT] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |