Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
altijd - (voortdurend)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamaltijd bw. ‘voortdurend’ Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtaltied (bijw.) altijd; Sermoen euver de Weurd (18e eeuw) altied, Vreugmiddelnederlands alle tijt <1220-1240>. F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwollealt, bw.: altijd. Samentrekking van altijd. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015altijd ‘immer’ -> Deens altid ‘immer’ (uit Nederlands of Nederduits); Noors alltid ‘immer’ (uit Nederlands of Nederduits); Petjoh altèt ‘jazeker, hoe raad je het zo, wat dacht je dan’; Javindo altet ‘immer’; Negerhollands altied, altit ‘immer’; Sranantongo altèit ‘immer’; Surinaams-Javaans altèt ‘immer’ Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamaltijd* bijwoord van tijd: voortdurend 1248-1271 [VMNW] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |