Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
algebra - (stelkunde)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamalgebra zn. ‘stelkunde’ EWN: algebra zn. ‘stelkunde’; de betekenis 'soort wiskunde' (1612) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenalgebra [letterrekening] {1460 in de betekenis ‘het verbuigen van delen tot een geheel, ontleedkunde’; in de moderne betekenis 1612} < middeleeuws latijn algebra, ontleend aan de boektitel arabisch al jabr wa ʼl muqābala [de hergroepering en de tegenstelling], van de 9e-eeuwse wiskundige Muḥammad ibn Mūsā al Khwārizmī; het lidwoord is dus mee overgenomen; het woord jabr betekent oorspr. ‘het zetten van gebroken botten’ → algoritme. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenalgebra znw. v., mnl. algebra ‘het verenigen van delen tot een geheel; ontleedkunde’. Over mlat. algebra < arab. al-ǧabr ‘herstelling’. Eigenlijk is dit woord een deel van de titel van een arabisch algebraisch leerboek ʻal-ǧabr waʼ l-mu-ḳābala van Al- Ḫwārizmī dat betekent ‘restauratio et oppositio’ (Lokotsch Nr. 631). N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagalgebra znw. Evenals mnl. algebra v. “ontleedkunde”, hd. algebra v. “algebra” via fr. algèbre resp. it. spa. mlat. algebra uit arab. al-ǰabr “het vereenigen van deelen tot een geheel, herleiding van breuken”. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentalgebra v., over Sp. uit Ar. al jabr = het herstellen van ontwrichtingen. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekalgebra (Latijn algebra)
E.J. Dijksterhuis (1939), Vreemde woorden in de wiskundeAlgebra. De oorsprong van dit woord ligt in den titel van een werk van den Arabischen wiskundige Abû ʿAbd Allâh Muḥammad b. Mûsâ al-Ḫuwârizmî, vaak geschreven Alchwâ-rasmî of al-Khowârizmî (1e helft van de 9e eeuw; afkomstig uit Ḫuwârizmî, thans Khîwa). Die titel luidt: Kitâb al-muhtaṣar fî ḥisâb al-ğabr wa ‘l-muqâbala. De hieraan ontleende woorden al-ğabr wa ‘l-muqâbala werden reeds in het Arabische systeem der wetenschappen gebruikt voor de in het werk behandelde leer der vergelijkingen. In de Middeleeuwen werden ze, gelatiniseerd tot algebra et almucabala, in dezelfde betekenis gebruikt. Op den duur sprak men alleen van algebra, welk woord in verband werd gebracht met den naam van den astronoom Geber (12e eeuw). Vandaar, dat Stifel (1486/87–1567) in zijn Arithmetica Integra (1544) de algebra aanduidt als regula Gebri. R. Dozy (1867), Oosterlingen, verklarende lijst der Nederlandschen woorden die uit het Arabisch, Hebreeuwsch, Chaldeeuwsch, Perzisch en Turksch afkomstig zijn, 's-GravenhageAlgebra Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamalgebra letterrekening 1612 [WNT Suppl] <ME Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |