Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
-achtig - (gelijkend op; voorzien van)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam-achtig achterv. dat bn. vormt met de betekenis ‘gelijkend op’ of ‘voorzien van’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen-achtig* [achtervoegsel dat bn. vormt] {in bv. de(e)lachtech 1237} middelnederduits -achtig, middelhoogduits -haftig; ontstaan uit middelnederlands -haftig, vgl. wonaftich [woonachtig] {1282} van -haft, vgl. treghaft [treurend] {901-1000} (vgl. echt1), dat identiek is met middelnederlands (h)acht, haft [gevangen, behept met]; buiten het germ. latijn captus [gevangen]. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leiden-achtig achterv., mnl. (h)aftich, -eftich, -achtich, -echtich, mnd. -achtig, -echtig, mhd. -haftig, owfri. -(h)aftig, -heftig, afgeleid van ouder -haft (zie: echt 1), vgl. os. stedihaft ‘vast’, ohd. êrhaft ‘eerwaardig’, got. audahafts ‘begenadigd’. Naar de vorm hetzelfde woord als germ. *hafta- ‘geboeid, gevangen’, vgl. os. haft, haht, ‘gevangen, zwanger’, ohd. haft ‘geboeid’, oe. hæft, on. haptr, got. hafts ‘geboeid, gevangen’. — lat. captus ‘gevangen’, oiers cacht ‘dienares’, kymr. caeth ‘gevangene, slaaf’. — Zie: hechten, hebben en heffen. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haag-achtig suffix tot vorming van bnww., mnl. -achtich (gh), bijv. eerachtich “eerwaardig, geëerd”. Uit -haftig ontstaan; de h viel inlautend klankwettig weg. Evenals mhd. (nhd.) -haftig, mnd. -achtich, -echtich, owfri. –(h)aftig, -heftig gevormd van het kortere -haft (zie echt I), vgl. ohd. êrhaft “eerwaardig, braaf”, os. stedihaft “vast”, got. audahafts “begenadigd”. Dit germ. -*ɀafta- eig. “behept met” is formeel identisch met het bnw. ohd. haft “geboeid, gevangen”, os. haft, haht “gevangen, zwanger”, ags. hæft, on. haptr m. “gevangene, slaaf”, got. hafts “geboeid”, buiten het Germ.: kymr. caeth “gevangene, slaaf”, ier. cacht v. “dienares”, lat. captus “genomen, gevangen”. Zie hechten en vgl. over den wortel qap- verder bij hebben en heffen. De jongere bet. van -achtig “lijkende op” mag ons geen aanleiding geven, een dubbelen oorsprong voor dit suffix aan te nemen. De vorm -haftig, bijv. krijgshaftig, berust op hd. invloed. Bij 17-eeuwsche schrijvers komt deze vorm van ʼt suffix nogal voor. [Aanvullingen en Verbeteringen] -achtig. Adde: Limb. Serm. deilagt “deelachtig”. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haag-achtig. Voor het Mnd. moet -(h)aftich, -eftich als de meest voorkomende vorm genoemd worden vóór -achtich, -echtich. — Bij ohd. êrhaft enz. vgl. ook Limb. Serm. deilagt ‘deelachtig’ (v.Wijk Aanv.), Serv. wonacht ‘woonachtig”. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gent-achtig suffix, met aphaerese der h en verandering der f in ch vóór t, uit -haftig (z.d.w.). Bij velen geldt die uitlegging alleen, doch ten onrechte, voor het beklemtoonde suff. als in woonachtig; het onbeklemtoonde, als in blauwachtig, ware een dubbel suffix: -acht en -ig; dit acht is Ohd. oht (Mhd. oht, eht, Nhd. icht), Ags. ihte. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015-achtig ‘achtervoegsel dat bijvoeglijke naamwoorden vormt’ -> Deens -aktig ‘achtervoegsel dat bijvoeglijke naamwoorden vormt’ (uit Nederlands of Nederduits); Noors -aktig ‘achtervoegsel dat bijvoeglijke naamwoorden vormt’ (uit Nederlands of Nederduits); Zweeds -aktig ‘achtervoegsel dat bijvoeglijke naamwoorden vormt’ (uit Nederlands of Nederduits). Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |